Vooral de laatste tijd is het een heet hangijzer: de E-nummers in onze voeding. Waar we ons vroeger niet eens iets over afvroegen, is nu een kokende aardappel in de pan. Dit is zeer zeker ook niet echt onterecht. Want zeker de afgelopen jaren is er heel veel ontdekt en onderzocht over de mogelijk schadelijke gevolgen en invloeden van al deze hulpstoffen in ons eten. Wat eerst zo onschuldig leek dat het voor ons, de consument, niet eens echt bestond, is nu plots een zeer belangrijke schakel tot aankopen. En dat voelt de fabrikant.
We zijn een stuk kritischer geworden. Kijken nu op een etiket, wat zit erin? En ook al begrijp je geen enkel ingewikkeld woord van wat er in de ingrediënten-tabellen vermeld staat, alsof je een groot wetenschappelijk projectiel in handen hebt in plaats van een blik soep, we zijn gewaarschuwd. Afgeschrikt. We weten nu dat al die E-nummers en hulpstoffen niet echt goed en gezond voor ons zijn. Wat/hoe/waarom, dat weten we niet, maar we weten dat het niet gezond is.
En dat voelt de fabrikant dus en moest er actie ondernomen worden. En werden er op verpakkingen erg leuke kreten bedacht. Als een product van nature al geen hulpstoffen nodig heeft, wordt dat stevig benadrukt op de verpakkingen met “geen kleurstoffen” of “met natuurlijke smaakstoffen”. Alsof de fabrikant zijn product zo gezond heeft gebrouwen en niet de natuur zelf. Een pak magere yoghurt heeft immers niet veel hulpstoffen nodig en bevat ook amper vet van zichzelf. Om dus groot “0% vet!!!!!!!!” (en let op de vele uitroeptekens) op de pakken te drukken is wat banaal. Maar het werkt.
Een rijstwafel, op zich al een product met een gezond imago, wordt plots een supergezonde snack, omdat de verpakking ons vertelt dat het vrij is van vet en suiker. Wat het van oorsprong dus ook al is. En wij kopen het nog meer en meer want de kreten hebben hun effect.
De leukste vond ik jaren geleden toch wel de lancering van de flesjes drank met de meest gezonde brouwsels voor onze darmflora. Want onze darmflora, nou nou, daar is ook van alles mis mee! Dat wist u misschien niet, maar daar willen de fabrikanten ons erg graag op attenderen door deze flesjes op de markt te brengen. Iedere dag een flesje en onze darmen zijn in topconditie. Dat een pot goedkope magere Franse kwark van nog geen 90 cent exact hetzelfde doet als deze dure flesjes, waar we er iedere dag ook één van moeten opdrinken, wordt er even niet bij vermeld en staat nergens op de verpakking te lezen.
Of nog zo’n eentje: vitaminewater. Die vind ik ook zo grappig. Uit onderzoek bleek dat de vitaminen in zo’n flesje ver te zoeken waren en het drankje vooral uit suiker en andere E-nummers bestond. Maar de flesjes verkopen goed. Gisteren hoorde ik nog dat de mineralen in mineraalwater ook al zo ver te zoeken waren.
Rest ons de vraag uiteraard of al die E-nummers, hulpstoffen, additieven enzovoort, nu werkelijk zo schadelijk en ongezond zijn. Ja en nee. Een normaal denkend mens weet ook dat al deze stoffen nu niet bepaald een pluspunt toevoegen aan je gezondheid maar zo vreselijk schadelijk en slecht zijn ze gelukkig nu ook weer niet. En we hebben deze E-nummers ook hard nodig, want zonder bewaarmiddelen, conserveermiddelen, emulgators, kleurstoffen, zout, vet en suikers zou ons voedsel minder goed zijn voor ons. Het houdt ons voedsel ook bij elkaar, steviger, goed. Zonder al deze hulpstoffen zou ons voedsel bederven en oneetbaar worden of zijn.
Maar helaas, zoals ook met vele andere dingen in ons leven, kleven er dus ook nadelen aan. Zo kan het voor veel mensen/kinderen vaak een intolerantie opleveren, denk aan de gluten in ons eten. Of kunnen mensen door de chemische middelen gedrags- en stemmingsstoornissen ontwikkelen. Maar gelukkig is er tegenwoordig wel overal een oplossing voor te vinden. Kreten als “glutenvrij” en “vrij van chemische zoetstoffen” zijn al geen uitzonderingen meer, zoals dat jaren geleden nog wel was. Mensen met voedselintoleranties konden vroeger alleen terecht bij natuurvoedingswinkels en dan was het ook maar een karig aanbod. Nu zijn er zelfs speciale schappen gereserveerd voor bepaalde diëten en allergieën en kunnen we naast alle hulpstoffen en ingrediënten op een etiket ook aflezen of het een veilig product is voor mensen met een voedselintolerantie. Wat dat betreft zijn we dus echt vooruit gegaan, maar het blijft zoeken naar het juiste product.
Hoe kunnen we het dan wel goed doen? Tja. Gezond verstand gebruiken is een eerste vereiste, denk ik. Als je een blik soep in handen hebt, die een waslijst weergeeft aan woorden waar u niets van begrijpt, dan kunt u er vanuit gaan dat het blikje bol staat van de hulpstoffen en kunt u beter lekker zelf een ouderwets vers pannetje soep maken. Als u woorden leest die u niet eens kan lezen, kunt u het product dus beter weren.
Voor vers, biologisch en puur kiezen ligt als tweede nogal voor de hand. Al zijn ook in al dit aanbod een paar stiekem doorgedrukte hulpstoffen te vinden. Maar al met al dus wel altijd de betere keuze. Producten kiezen met een zo kort mogelijke ingrediëntentabel, ook een goed voornemen. Iets waar betrekkelijk weinig in zit, kan immers ook weinig kwaad doen.
En vooral moeten we ons niet laten betuttelen, misleiden en bij de neus laten nemen door al die prachtige verpakkingen en met name de kreten die erop staan. Een pak magere yoghurt IS al een brok gezondheid an sich. En denkt u ook eens makkelijk: een potje jam is zo gemaakt met gepureerd vers biologisch fruit, en gezoet met de natuurlijke zoeter Stevia. Een heerlijke aardappelpuree maakt u van gestoomde of gekookte biologische aardappelen met een klein beetje biologische melk, en eventueel heerlijk verse kruiden. Alles wat uit een pakje of potje komt is dan wel groot gemak, maar minder goed voor de gezondheid.
Heerlijk gezond ijs maakt u in een handomdraai met vers ingevroren biologisch fruit, even in de keukenmachine tot een romig ijs pureren en wat Stevia er eventueel bij voegen en u heeft het gezondste ijs wat u zich maar kunt voorstellen. De volle diepvries in de supermarkten met de literbakken ijs ten spijt. Gemak dient de mens, maar gemak dient soms niet altijd ons welzijn.
Het grote voordeel ook van zelf je eten maken en brouwen is dat je er naast de grootste lol ook nog erg goede smaakpapillen van ontwikkelt, je er vreselijk inventief en creatief van wordt en zelfs plezier krijgt in de dagelijkse gang naar de supermarkt om leuke verse ingrediënten voor dat ene recept bij elkaar te zoeken. Ik zeg: GEWOON DOEN!